We gebruiken cookies om onze webpagina te verbeteren. Raadpleeg ons cookiebeleid .

Online Help

Externe sync

Met Externe sync (Rsync) kan uw NAS worden gebruikt als een back-upbestemming of back-upbron. Wanneer u uw NAS als een back-upbron gebruikt, kunt u ervoor kiezen om van de gegevens op uw NAS een back-up te maken naar een andere externe ASUSTOR NAS of Rsync-compatibele server. Wanneer u uw NAS als een back-upbestemming gebruikt, kunt u van de gegevens van een andere externe ASUSTOR NAS of Rsync-compatibele server, een back-up maken naar uw NAS.

Als u Externe sync wilt gebruiken terwijl u uw NAS gebruikt in combinatie met een andere externe ASUSTOR NAS, moet u de Rsync-serverfunctie op de externe NAS (Services Rsync-server) inschakelen.

  • Gecodeerde verzending gebruiken: als u ervoor kiest gecodeerde verzending te gebruiken, moet u naast uw Rsync-accountgegevens de SHH-verbindingsinformatie van andere hosts invoeren.
  • Selecteer hier een backup type.
    • Maak backup van meerdere items naar een enkele locatie: Alle gekozen bronmappen worden gekopieerd naar de bestemmings map. Er kunnen meerdere mappen geselecteerd worden.
    • Eén op één map backup: Alle data in de toegewezen bestemmings map wordt gesynchroniseerd met de data in uw bronmap. De inhoud van beide mappen zal identiek zijn.
      • Selecteer hier meerdere 1 op 1 mappen voor een backup in één backup taak. (Nieuw in ADM 4.2.1)
      • Extra bestanden houden op de bestemming: Nadat het kopiëren en synchroniseren van bestanden is voltooid, moeten de gegevens op de bron en de bestemming exact dezelfde zijn. Er zijn echter soms extra bestanden aanwezig op de bestemming. Deze bestanden zijn alleen aanwezig op de bestemming, maar niet op de bron. Door deze optie in te schakelen, worden deze extra bestanden behouden op de bestemming en blijven ze ongewijzigd.
  • Hier kunt u de frequentie instellen van herhalende backups gedurende de backup periode. (Nieuw in ADM 4.2.1)
  • Archiefmodus (incrementele back-up): na het inschakelen van deze functie, zullen opeenvolgende back-uptaken (na uw eerste back-uptaak) alleen de gegevens die gewijzigd zijn sinds uw laatste back-uptaak kopiëren (blokniveau). Als u bijvoorbeeld enkele kleine wijzigingen hebt aangebracht aan een bestand van 10 MB, zal de incrementele back-up alleen de delen kopiëren waaraan u wijzigingen hebt aangebracht. Dit kan het bandbreedtegebruik aanzienlijk verminderen.
  • Gegevens comprimeren tijdens de overdracht: tijdens de back-up kunt u de gegevens die worden overgedragen comprimeren zodat het bandbreedtegebruik wordt verminderd.
  • Metagegevens bestand behouden: wanneer u deze optie inschakelt, worden bepaalde bestandseigenschappen (machtigingen, uitbreidingen, attributen, eigenaar, groepen, enz.) samen met het bestand naar de bestemming verzonden.
  • Ondersteuning replicatie tijdelijke bestanden: u hoeft deze optie alleen in te schakelen wanneer de gegevens waarvan u een back-up wilt maken, tijdelijke bestanden bevatten. U hoeft deze optie normaal niet in te schakelen.
  • Bestandsoverdracht hervatten: Als een verbinding of doorvoer onderbroken wordt, schakel dan deze optie in om door te gaan met het verplaatsen van bestanden als de verbinding hersteld is.
  • Missiemodus: Back-uptaken kunnen soms worden gestopt door verschillende verbindingsproblemen met een bezette server aan het andere uiteinde. Met de optie Missiemodus van ASUSTOR kunt u het aantal verbindingspogingen en het tijdinterval voor de verbindingspogingen configureren. Zo bent u zeker dat uw back-uptaak met succes is voltooid. Dit biedt IT-beheerders een extreem hoge flexibiliteit wanneer u back-uptaken configureert.


Meer informatie

NAS 259 - Remote Sync (Rsync) gebruiken om een back-up te maken van uw gegevens