We gebruiken cookies om onze webpagina te verbeteren. Raadpleeg ons cookiebeleid .

Online Help

FTP-server

Na het inschakelen van de FTP-serverinstelling, kunt u toegang krijgen tot uw NAS via elk FTP-clientprogramma (bijv. FileZilla). De toegangsrechten voor de FTP-server zijn hetzelfde als die voor het systeem (ADM). Als u deze toegangsrechten wilt wijzigen of configureren, kunt u dat doen via de instelling Gedeelde mappen die u in de systeemtoepassing Toegangsbeheer kunt vinden.

  • Algemeen:
    • Unicode-ondersteuning: schakel deze optie in als uw FTP-clientprogramma Unicode ondersteunt.
    • Anoniem inschakelen: wanneer u deze optie inschakelt, kunnen FTP-clientprogramma's anoniem toegang krijgen tot uw NAS, zonder dat u hiervoor een gebruikersnaam of wachtwoord nodig hebt. Om beveiligingsredenen is dit niet aanbevolen.
  • Geavanceerd:
    • SSL/TLS inschakelen: codering voor FTP-verbindingen inschakelen.
    • FXP inschakelen: FXP staat voor File eXchange Protocol. Door deze optie in te schakelen zal de FTP-service de bestandsoverdrachtfunctie van server naar server ondersteunen.
    • Max. aantal van alle FTP-verbindingen: het maximale aantal simultaan toegelaten FTP-verbindingen.
    • Maximum aantal verbindingen per IP: het maximale aantal verbinding dat is toegestaan per IP of systeem.
    • Max. uploadsnelheid: de maximale uploadsnelheid per verbinding. 0 staat voor geen beperking.
    • Max. downloadsnelheid: de maximale downloadsnelheid per verbinding. 0 staat voor geen beperking.
    • Passieve FTP: om de beveiligingsproblemen bij het verbinden van een server met een client te minimaliseren, werd een type verbindingsmodus met de naam Passieve modus (PASV) ontwikkeld. Wanneer een clientprogramma de verbinding start, wordt dit aan de server gemeld om de Passieve modus te activeren.
    • Antwoord met Extern IP voor passief FTP verzoek: Als u deze optie inschakelt, rapporteert de server zijn extern IP-adres aan de FTP-clients. Deze optie werkt enkel als de NAS achter een NAT ligt en als de FTP-clients deel uitmaken van een ander subnet dan de NAS. In de meeste situaties is deze optie niet nodig, maar als de FTP-clients geen verbinding tot stand kunnen brengen met de NAS kunt u deze optie inschakelen en het opnieuw proberen.