Maak en gebruik een harde schijf van MyArchive

CURSUSDOELSTELLINGEN

Na het afwerken van deze cursus moet u het volgende kunnen:

1. Een harde schijf van MyArchive maken en beginnen met het gebruik hiervan.
2. Een back-up maken van gegevens van een ASUSTOR NAS naar een MyArchive harde schijf.

VOORWAARDEN

Cursusvoorwaarden:

Geen

Van studenten wordt verwacht dat zij beschikken over een actieve kennis van:

Nvt

OVERZICHT

1. Een harde schijf van MyArchive maken

1.1 Voordat u begint

1.2 Een harde schijf van MyArchive maken

2. Wat moet u doen als uw schijfstations van MyArchive reeds bezet zijn

2.1 Wanneer de NAS andere lege schijfstations beschikbaar heeft

2.2 Wanneer alle NAS-schijfstations vol zijn

2.2.1 Schijfstations zijn volledig bezet door volume 1

2.2.2 Schijfstations zijn volledig bezet door meerdere volumes

3. Configuratie van koppeling voor een Versleutelde MyArchive Harde Schijf

4. Een MyArchive harde schijf ontkoppelen

5. Een back-up maken van gegevens naar een MyArchive harde schijf

6. Naamgevings Regels voor MyArchive Schijfladen

1. Een harde schijf van MyArchive maken

Met de functie MyArchive (Mijn Archief) kunt u harde schijven gebruiken als verwisselbare opslag-archieven. Sluit een archief aan als u het nodig hebt en vervang het door een ander archief als u het niet meer nodig hebt. Maak gebruik van het gemak van 'plug and play' door te wisselen tussen verschillende gegevensverzamelingen.

1.1 Voordat u begint

Voordat u de MyArchive-functie gaat gebruiken, moet uw ASUSTOR NAS voldoen aan de volgende vereisten:

• Volume 1 moet bestaan
• Een MyArchive-station moet onbezet en beschikbaar zijn

Opmerking: NAS-apparaten met twee sleuven worden niet aanbevolen voor gebruik met MyArchive als er een RAID-array is gebouwd. Als RAID 0 of RAID 1 al is gebouwd, klik dan op hier.

1.2 Een harde schijf van MyArchive maken

Volg de onderstaande stappen om uw eerste harde schijf van MyArchive te maken.

STAP 1

• Plaats een harde schijf in een MyArchive-schijfstation
• Selecteer [Opslagbeheer] in de ADM-desktop.
• Klik op de knop [Maken] onder het tabblad [Volume].
• De wizard Volume-instellingen zou nu weergegeven moeten worden. Selecteerde radioknop [MyArchive].
  (Opmerking: het systeem verwijdert alle gegevens op de harde schijf die u gebruikt om een harde schijf van MyArchive te maken. Zorg ervoor dat u een back-up hebt gemaakt van alle gegevens op de harde schijf.)
• Klik op [Volgende] en volg de rest van de stappen om uw harde schijf van MyArchive te maken.

STAP 2

• Selecteer de harde schijf waarmee u een MyArchive-harde schijf wilt maken.

STAP 3

• U kunt ervoor kiezen om deze MyArchive-harde schijf hier te formatteren in EXT4-, Btrfs-, exFAT*-, NTFS- of HFS+-bestandssystemen.
• Het veld [Bijnaam] is optioneel. Het kan worden gebruikt om snel de inhoud van MyArchive-schijven te bepalen vanuit ADM File Explorer wanneer meerdere schijven tegelijkertijd zijn aangekoppeld.
• Als u ervoor kiest om de MyArchive-schijf in EXT4 of Btrfs te formatteren, kunt u de coderingsfunctie inschakelen en de bijbehorende instellingen configureren om uw gegevens beter te beveiligen.

*Een exFAT licentie is vereist indien ADM 3.5.x en eerdere versies gebruikt worden.

STAP 4

• Bevestig de instellingen die in de vorige stappen zijn gemaakt en klik op [Voltooien] om het maken van de MyArchive-schijf te starten.

STAP 5

• Nadat u uw MyArchive-schijf met succes hebt gemaakt, kunt u het volume MyArchive zien in Opslagbeheer.

• U kunt nu Bestandsverkenner openen vanuit de ADM-desktop o0m te beginnen met het gebruik van MyArchive. De aliasnaam wordt hier weergegeven.

2. Wat moet u doen als uw schijfstations van MyArchive reeds bezet zijn

2.1 Wanneer de NAS andere lege schijfstations beschikbaar heeft

Als u nog andere lege schijfstations hebt die gebruikt kunnen worden, kunt u de plaatsing van uw harde schijven opnieuw afstellen om een MyArchive-schijfstation vrij te maken. U kunt de onderstaande stappen volgen voor het opnieuw afstellen van de plaatsing van uw harde schijven in de schijfstations.

STAP 1

• Selecteer [Opslagbeheer] in de ADM-desktop.
• Verifieer de positie/schijfstation voor alle harde schijven in uw bestaande opslagvolumes.
• Sluit de NAS af.

STAP 2

• Voor torenmodellen plaatst u de harde schijven van uw opslagvolumes van boven naar onder en vervolgens van links naar rechts in de schijfstations (opslagvolumes moeten worden geplaatst op volgorde van volumenummer, van klein naar groot).
• Voor modellen van rekmontage plaatst u de harde schijven van uw opslagvolumes van links naar rechts en vervolgens van boven naar onder in de schijfstations (opslagvolumes moeten worden geplaatst op volgorde van volumenummer, van klein naar groot).
• Schakel de NAS in nadat alle harde schijven op de juiste manier zijn geplaatst.

Diagram voor NAS met 4 stations:

Diagram voor NAS met 6 stations:

STAP 3

• Zie paragraaf 1.2 Een harde schijf van MyArchive maken voor instructies betreffende het maken van een harde schijf van MyArchive.

2.2 Wanneer alle NAS-schijfstations vol zijn

Als al uw NAS-schijfstations momenteel bezet zijn, moet u een volume verwijderen om een schijfstation vrij te maken voor het gebruik van de MyArchive-functie. Alle harde schijfstations volledig bezet hebben op opslagvolumes kan worden onderscheiden in de volgende 2 scenarios.

Opmerking: Na het verwijderen van een volume, worden alle gegevens op het volume permanent verwijderd en kunnen niet worden hersteld.

2.2.1 Schijfstations zijn volledig bezet door volume 1

In dit scenario moet u de NAS opnieuw starten om de MyArchive-functie te kunnen gebruiken en schijfstations vrij te maken.
Voordat u de NAS opnieuw opstart, moet u ervoor zorgen dat u een back-up hebt gemaakt van alle gegevens op Volume 1. Volg de onderstaande stappen om de NAS opnieuw te starten:

STAP 1

• Selecteer [Instellingen] in de ADM-desktop.
• Selecteer [Standaard fabriekswaarde] in het linkerpaneel en klik vervolgens op [Toepassen].
• Wanneer het startscherm van het systeem wordt weergegeven, configureert u uw opslagvolume opnieuw, waarbij schijfstations worden gereserveerd voor gebruik door MyArchive.

STAP 2

• Na het afronden van het opstarten, kunt u vervolgens een harde schijf plaatsen in een MyArchive-schijfstation voor het maken van een harde schijf van MyArchive. Zie paragraaf 1.2 Een harde schijf van MyArchive maken voor meer instructies.

2.2.2 Schijfstations zijn volledig bezet door meerdere volumes

In dit scenario moet u een opslagvolume verwijderen om schijfstations vrij te maken voor gebruik door MyArchive. Volg de onderstaande stappen om een opslagvolume te verwijderen.

STAP 1

• Selecteer [Opslagbeheer] in de ADM-desktop.
• Selecteer het volume dat u wilt verwijderen en klik vervolgens op de knop [Verwijderen].

Opmerking: Het volume dat u verwijdert kan niet volume 1 zijn. Na het verwijderen van het volume, worden alle gegevens op het volume permanent verwijderd en kunnen niet worden hersteld.

STAP 2

• U bent nu klaar om een harde schijf van MyArchive te maken. Zie paragraaf 1.2 Een harde schijf van MyArchive maken voor meer instructies.

Opmerking: Als MyArchive-schijfstations nog steeds worden bezet door harde schijven, wordt verwezen naar paragraaf 2.1 Wanneer de NAS andere lege schijfstations beschikbaar heeft voor meer instructies.

3. Configuratie van koppeling voor een Versleutelde MyArchive Harde Schijf

U kunt versleutelde MyArchive harde schijven ontsleutelen door een wachtwoord in te geven, een elektronische verleutelings sleutel te importeren, of door een USB apparaat met een ontsleutelings sleutel in uw NAS te plaatsen. Volg de onderstaande stappen om een USB apparaat te koppelen aan een versleutelde MyArchive schijf:

STAP 1

• Selecteer [Opslagbeheer] [Volume] en zorgt u ervoor dat een EXT4 of Btrfs MyArchive harde schijf gekopppeld is.

STAP 2

• Plaats uw USB opslag apparaat aub in de USB poort aan de voorkant van de NAS. (het bindproces heeft geen invloed op de gegevens op het USB-apparaat).
• Wanneer de NAS het USB-apparaat met succes heeft gedetecteerd, wordt de knop [Binding] beschikbaar.
• Klik op [Binding], voer een MyArchive-wachtwoord in of importeer de gecodeerde sleutel en klik vervolgens op [OK] om de installatie te voltooien.

Opmerking: Nadat het USB apparaat gebonden is aan de MyArchive harde schijf, werpt u de MyArchive harde schijf en het USB apparaat uit. Plaats het USB apparaat in één van de vrije USB poorten op de NAS en de versleutelde MyArchive harde schijf zal automatisch koppelen. Verwijderen van het USB apparaat zal de versleutelde MyArchive harde schijf automatisch ontkoppelen.

4. Een MyArchive harde schijf ontkoppelen

Er zijn verschillende manieren om een MyArchive harde schijf te ontkoppelen.

• Selecteer [Opslagbeheer] in de ADM-desktop.
• Selecteer het MyArchive dat u wilt ontkoppelen en klik vervolgens op [Uitwerpen].

• Raadpleeg NAS 242: AiMaster gebruiken om AiMaster te installeren en meld u aan bij de NAS terwijl MyArchive is aangekoppeld.
• Wanneer MyArchive of externe USB-apparaten zijn gemount in een ASUSTOR NAS, wordt het pictogram weergegeven op de hoofdpagina van AiMaster om MyArchive of externe schijven gemakkelijk uit te werpen.

Een MyArchive-harde schijf opnieuw koppelen:

• Selecteer [Opslagbeheer] in de ADM-desktop.
• Selecteer het MyArchive dat u wilt mounten en klik vervolgens op [Opnieuw koppelen].

5. Een back-up maken van gegevens naar een MyArchive harde schijf

Met Interne Backup kunt u een backup maken van uw NAS naar lokale gedeelde mappen. Interne Backup in combinatie met MyArchive schijven is een perfecte off-site backup oplossing.

ADM ondersteunt nu het automatisch koppelen en ontkoppelen van MyArchive schijven bij het backuppen van belangijke data van een ASUSTOR NAS naar een MyArchive schijf. ADM zal een verbonden MyArchive schijf automatisch koppelen als een backup start en een MyArchive schijf automatisch uitwerpen als een backup voltooid is. Behalve dat het uitvoeren van 3-2-1 eenvoudiger dan ooit wordt, zijn MyArchive schijven uitgebreider beschermd tegen verschillende bedreigingen dankzij een aantal toegevoegde risico’s die de data op een NAS bedreigen.

In dit gedeelte zullen wij een back-uptaak aanmaken en uitvoeren om een back-up te maken van ASUSTOR NAS-gegevens naar de harde schijf van MyArchive.

STAP 1

• Selecteer [Back-up & herstel] [Interne Backup].
• Klik op [Aanmaken].

STAP 2

• Selecteer hier een backup type.
  • Maak backup van meerdere items naar een enkele locatie: Alle gekozen bronmappen worden gekopieerd naar de bestemmings map. Er kunnen meerdere mappen geselecteerd worden.
  • Eén op één map backup: Alle data in de toegewezen bestemmings map wordt gesynchroniseerd met de data in uw bronmap. De inhoud van beide mappen zal identiek zijn.

• Selecteer de bronmappen of -bestanden waarvan u een back-up wilt maken en klik dan op [Volgende].

STAP 3

• Selecteer de module waarnaar u een back-up wilt maken en klik dan op [Volgende].

STAP 4

• Met deze opties is er de mogelijkheid tot directe en geplande backups. Beide kunnen geselecteerd worden.
• Hier kunt u de frequentie instellen van herhalende backups gedurende de backup periode. (Nieuw in ADM 4.2.5)

STAP 5

• Voer een naam in voor de back-uptaak in het veld [Taak opslaan als] en klik op [Volgende].
• Hier ziet u ook aanvullende selectievakjes voor een groot aantal verschillende back-upopties. Deze opties worden als volgt omschreven:
  • Bestaande bestanden overslaan indien niet gewijzigd: Als deze optie ingeschakeld is, zullen bestaande bestanden die niet gewijzigd zijn overgeslagen worden om tijd te besparen bij het maken van de backup.
  • Ondersteuning replicatie tijdelijke bestanden: u hoeft deze optie alleen in te schakelen wanneer de gegevens waarvan u een back-up wilt maken, tijdelijke bestanden bevatten. U hoeft deze optie normaal niet in te schakelen.
  • Ondersteuning replicatie symbolische links: u hoeft deze optie alleen in te schakelen wanneer de gegevens waarvan u een back-up wilt maken, symbolische links bevatten. U hoeft deze optie normaal niet in te schakelen. Een symbolische link (ook symlink of zachte link) is een term voor elk bestand dat een verwijzing naar een ander bestand of map bevat in de vorm van een absoluut of relatief pad en die de padnaamresolutie beïnvloedt.
  • Koppel MyArchive 1 automatisch voor het starten van een backup en werp uit bij voltooiing: Als deze optie ingeschakeld is, zal ADM automatisch een verbonden MyArchive schijf koppelen als een backuptaak begint en de MyArchive schijf automatisch uitwerpen als de backup voltooid is.
  • Missiemodus: Met de optie Missiemodus van ASUSTOR voor Interne Backup kunt u de tijdsperiode configureren waarin uw back-uptaak actief is, en waarna het wordt afgebroken indien het niet wordt gestart.

Hier ziet u ook extra opties als u een een-op-een mapback-up gebruikt.

• Extra bestanden houden op de bestemming: Nadat het kopiëren en synchroniseren van bestanden is voltooid, moeten de gegevens op de bron en de bestemming exact dezelfde zijn. Er zijn echter soms extra bestanden aanwezig op de bestemming. Deze bestanden zijn alleen aanwezig op de bestemming, maar niet op de bron. Door deze optie in te schakelen, worden deze extra bestanden behouden op de bestemming en blijven ze ongewijzigd.

STAP 6

• Configureer de bestandstoegangsrechten van de back-upbestemming en klik op [Volgende].
  • Geprefereerde bestandspermissie voor alle gebruikers op de bestemming: als de ACL status van de bron en bestemming niet overeenkomen, zullen deze rechten toegepast worden op de bestanden op de bestemming.
  • Behoud eigenaar: Standaard zal de eigenaar van de bestanden op de bestemming de gebruiker zijn die de backup gemaakt heeft. Door deze optie aan te zetten zal het originele eigendom van de bestanden behouden blijven op de bestemming.

STAP 7

• Controleer een laatste overzicht van uw instellingen. Wanneer u klaar bent, bevestigt u deze instellingen door te klikken op [Voltooien].

STAP 8

• U zou nu de taak moeten kunnen zien die u zojuist hebt aangemaakt onder het tabblad Interne Backup. Selecteer de taak die u hebt aangemaakt en klik vervolgens op [Nu back-up maken] om de back-uptaak uit te voeren.

6. Naamgevings Regels voor MyArchive Schijfladen

Er kunnen zoveel MyArchive schijven gebruikt worden als er vrije SATA harde schijf laden beschibaar zijn. Op NAS modellen zonder m.2 slots moet er één schijf bezet blijven voor ADM, terwijl NAS modellen met m.2 slots alle beschikbare vrije SATA 3½” schijfladen voor archive schijven gebruikt kunnen worden. Controleert u aub de illustraties hieronder voor de details.

2-schijfs tower modellen:	4-schijfs tower modellen:
6-schijfs tower modellen:
8-schijfs tower modellen:	10-schijfs tower modellen:
4-schijfs rackmount modellen:
9-schijfs rackmount modellen:
12-schijfs rackmount modellen:
16-schijfs rackmount modellen: